Auteursarchief: Rob van de Laar

Rob van de Laar

Over Rob van de Laar

Rob van de Laar is tekstschrijver en journalist. Hij schrijft artikelen in opdracht van diverse bedrijven en media. Hij werkte jarenlang bij AssurantieMagazine. Hij studeerde Nederlands. Hij is gek op taal en wordt gek van taalfouten. Hij is ervan overtuigd dat hij die zelf nooit maakt.

Het lekkerste broodje: Eight

In de zoektocht naar het Lekkerste Broodje van Alphen aan den Rijn (#LBVA) stappen we binnen bij Grand Café Eight. ‘Let’s have dinner at Eight’, lezen we buiten. Laten we hopen dat een lunch at twelve thirty geen probleem zal zijn.

En dat is het geenszins, al lijkt het er bij binnenkomst nog niet op: alle tafeltjes zijn bezet of gereserveerd. Gelukkig wordt er snel geïmproviseerd zodat de eerste Texti-broodjestest doorgang kan vinden. De entourage is in elk geval in orde: zeg maar moderne chic. Het publiek is dat ook, zo lijkt het: vooral zakenlunchers.

Ik trap af met een cappuccino. Die is ietsjes aan de slappe kant en de melk is net te enthousiast opgeschuimd, maar wel compact genoeg. Over het algemeen een prima bakkie. En een bakkie is geen broodje, dus over de koffie zeggen we verder niets.

De menukaart verraadt al snel dat Eight zich niet op het doorsnee winkelpubliek richt. Dat is maar goed ook, want woonwalhalla Davinci, waar Eight huist, lijkt maar geen massa’s klanten te trekken. De prijzen van de broodjes zijn fors, tenzij je genoegen neemt met een pistoletje ham of kaas. Maar dat doe ik niet: ik kies een broodje Pata Negra. Dat zie je niet op elke menukaart staan.

Als het bord arriveert, zie ik een prachtige toren van Spaanse ham voor me oprijzen. Met moeite is daaronder de dikke donkere plak brood waar te nemen. Tussen ham en brood bevindt zich, samen met wat sla, een tomatensalsa. De eerste hap brengt een glimlach om de mond: de Pata Negra smaakt geweldig, heerlijk zacht. De tomaat combineert mooi met de ham, al had de salsa nog wat guller gebruikt mogen worden.

Bij een broodje als dit moet je je inhouden om ‘m niet in een paar minuten op te schrokken. Het oordeel kan niet anders luiden dan: overheerlijk. De maag vraagt na afloop duidelijk om nóg zo’n broodje. Maar we koppelen er nog geen cijfer aan: de competitie moet spannend blijven. Het begin is in elk geval uitstekend!

Broodje: Pata Negra met tomatensalsa

Plus:
– heerlijk zachte ham
– goede combinatie met tomaat
– mooi donker biologisch brood

Min:
– een extra snee brood had niet misstaan
– prijzig: € 11

Wie serveert het lekkerste broodje van Alphen?

Iedereen luncht wel eens buiten de deur. Vaak neem je dan een broodje. Tenminste, ik wel. Ik ben niet zo’n soepmens of saladefan. In mijn woonplaats Alphen aan den Rijn is het er broodjesgewijs de laatste jaren een stuk aantrekkelijker op geworden. Er is een groot aanbod van restaurants en lunchrooms. Dan rijst de vraag: wie heeft de lekkerste?

Al googlend kom je niet ver. Er is een Lekkerste Broodje van Leiden en een Lekkerste Broodje van Nederland. Maar als je als Alphenaar dichtbij een broodje wilt happen,  moet je het maar uitzoeken. Tijd dus voor een onderzoekje: dit jaar ga ik kijken wie het allerlekkerste broodje van Alphen aan den Rijn op tafel zet. Volgende week de eerste aflevering!

Heel gewone mensen

Het idee ontstond eind 2013 aan het kerstdiner. Hoeveel eten gooien mensen niet weg tijdens de feestdagen? Wij dachten dat er wel iets te doen zou zijn aan die verspilling: laten we het eten dat we over hebben, delen met elkaar. Met als slagzin: ‘Heb jij iets over voor een ander?’

Maar in praktische zin zitten er nogal wat haken en ogen aan zo’n deelplan. Je moet het eten verzamelen, warm maken of bereiden, een plek zoeken waar al dat eten aangeboden kan worden en uiteraard mensen die het willen opeten. En wie staat in voor de versheid van het voedsel? Best wel lastig.

Plan B werd er eentje met een hoger kerstgehalte: we organiseren een etentje voor mensen die klant zijn van de Voedselbank. Een bevriend stel wilde wel meedoen en stelde hun hotelschip beschikbaar als locatie. De penningmeester van de lokale Voedselbank zou 14 klanten uitnodigen.

Die penningmeester gaf een aardig inzicht in hoe het werkt bij de Voedselbank. Je komt in aanmerking voor een wekelijks pakket als je per maand na aftrek van vaste lasten € 180 of minder overhoudt voor eten en kleding. Een gezin met twee volwassenen en twee kinderen komt in aanmerking als er maximaal € 350 per maand beschikbaar is.

Wat mij verraste, is dat 60% van de klanten van de Voedselbank een baan heeft. De meesten van hen zitten dus niet thuis met een uitkering, maar zijn gewoon aan het werk. Misschien maar een paar dagen in de week, maar ze werken.

En waarom zitten ze dan in financiële nood? Bijvoorbeeld doordat ze in de schuldsanering terecht zijn gekomen. Of door een echtscheiding. En ik kan me voorstellen dat in veel gevallen dat dure huis dat je een jaar of tien geleden van de bank zomaar mocht kopen het grootste struikelblok is geweest. Je kunt maximaal drie jaar een beroep doen op de Voedselbank en tussentijds wordt gecontroleerd of je nog aan de voorwaarden voldoet.

De Voedselbank in Alphen deelt wekelijks voedselpakketten uit aan 190 gezinnen in de regio Alphen/Rijnwoude/Boskoop. Dat zijn een kleine 500 personen. Met hen wordt al best aardig wat gedeeld: vlak voor Sinterklaas zijn er cadeautjes. Bedrijven doneren geld en eten. Er zijn inzamelingsacties bij supermarkten. En er worden spontane acties op touw gezet, zoals die van ons.

Afgelopen zaterdag was het zo ver: we kregen veertien gasten. Voor zover ik kon zien en horen, hebben ze genoten van het eten. En het waren heel gewone mensen trouwens, constateerde ik met schrik. Niet zozeer omdat ik mezelf al bij de Voedselbank zag aankloppen, maar meer vanwege het onbewuste vooroordeel dat ik kennelijk had.

Let op: geld lenen kost drie dagen geen geld!

Drie dagen gratis roodstaan. De overheid heeft Bennie Jolink ingehuurd om mensen in een reclamespotje te bewegen een SNS-rekening te openen. Want dan kun je drie dagen gratis roodstaan. Let op: lenen kost bij de staatsbank (eventjes) geen geld.

In deze tijd van consumentenbescherming, woekerpolissen die maar niet gerepareerd worden en – nog steeds – groeiende betalingsachterstanden is het nogal onwerkelijk dat een bank die eigendom is van de Nederlandse staat consumenten aanspoort om toch vooral gebruik te maken van de mogelijkheid om drie dagen zonder rente rood te staan.

SNS Bank zegt hiermee eigenlijk: je kunt best even een negatief saldo hebben op je betaalrekening. Dat kan ook best even. Maar dat ‘even’ wordt vaak toch net even wat langer. Ik denk dat in de praktijk al talloze malen is bewezen dat het niet werkt om geld uit geven dat je waarschijnlijk binnen een paar dagen zult ontvangen. Maar de overheidsbank SNS vindt het prima. En als die dat al zegt, wat zou je dan moeilijk doen?

Je wilt toch heel graag die nieuwe iPhone, iPad of ander iDinges kopen, maar je salaris wordt pas over drie dagen gestort. Ach, denk je, ik ben toch klant bij SNS, dus ik koop ‘m nu alvast. Over drie dagen is die roodstand toch opgelost. Kost me geen rente. Hartstikke leuk. Nu alleen nog hopen dat de hypotheekrente niet wordt afgeschreven, net voordat het salaris wordt gestort. Of de energienota.

Nu meldt SNS wel netjes dat het niet zo slim is om rood te staan. Maar dat zijn de kleine lettertjes: daar door je Bennie niet over. En wie mag er dan allemaal drie dagen gratis in de min staan? Wordt daar nog onderscheid in gemaakt? Welke katten worden er allemaal op het spek gebonden?

De overheid wil de consumptieve bestedingen stimuleren. Dat is prima, maar propageer dan wel om spullen te kopen met geld dat je al hebt. Niet met geld dat je voor drie dagen gratis kunt lenen. Daarmee geef je een verkeerd signaal af. Want ik ben bang dat die drie-dagen-roodstanders zich uiteindelijk toch blauw gaan betalen aan rente. Roodstaan zal misschien wel normaal zijn, maar dan hoeft de overheid dat nog niet via een bank te gaan roepen.

Onderzoek: hou feiten en eigenbelang uit elkaar

Vaak gaat het erom dát je wat zegt en niet zozeer wát je zegt. Met dat idee in het achterhoofd laten bedrijven vaak onderzoeken doen die wel eens een uitkomst kunnen laten zien die op de een of andere manier gunstig zijn voor dat bedrijf.

Zo las ik vanmorgen ‘Jongeren overwegen koopwoning te verlaten’. Een op de tien huizenbezitters tussen de 18 en 24 jaar kan de lasten niet meer betalen en denkt aan verkopen. Een op de vijf heeft nog geen betalingsachterstand, maar zou wel af willen van de koopwoning, omdat de lasten zo hoog zijn. En als klap op de vuurpijl krijgt een kwart van de jonge huizenbezitters financiële hulp van familie en kennissen.

Best wel zorgwekkend, die feiten. Veel van die piepjonge woningeigenaren hebben waarschijnlijk een annuïteiten- of lineaire hypotheek. Sinds een kleine twee jaar is dat de enige hypotheek die je nog kunt sluiten als nieuwe huizenkoper. Het was de bedoeling dat daarmee te hoge leningen en restschuldrisico’s ingedamd zouden worden. Maar de keerzijde is dus dat de maandlasten onbetaalbaar worden. Hoe zit het dan met die acceptatienormen? Wordt er niet meer naar de woonquote gekeken? Of knijpen de geldgevers een oogje toe omdat ze anders simpelweg geen hypotheken meer sluiten?

Dat ga je dan denken. Alleen pak ik het zoutvaatje er al snel bij als ik lees dat BNP Paribas Cardif de opdrachtgever is geweest van het onderzoek onder duizend jonge hypotheekklanten. Klanten die misschien wel een woonlastenpolis hebben. Want die verkoopt BNP Paribas Cardif namelijk. “Dit is een groep die door de financiële sector meer geholpen moet worden om de zaken op orde te krijgen”, is de boodschap. Oftewel: er moeten wat meer woonlastenverzekeringen worden gesloten. Dat ga je dan óók denken.

Cardif is weer even in beeld, maar de kritische lezer zal deze boodschap gezien het belang van de opdrachtgever niet al te serieus nemen. Een onderzoek laten doen is prima, maar laat het trekken van conclusies aan anderen over. Dat komt de geloofwaardigheid ten goede.

Talloze woekerpolissen woekeren voort

Acht jaar na het begin van de woekerpolisaffaire wachten nog minimaal 340.000 klanten op een oplossing. En het zijn er waarschijnlijk nog veel meer. De AFM heeft onderzocht hoe het nu staat met de hersteltrajecten bij verzekeraars en is daar niet vrolijk van geworden. Er is nu een oplossing gevonden voor de helft van de ruim 250.000 klanten met een beleggingspolis die geen waarde opbouwt. Van de 620.000 mensen met een hypotheekgebonden beleggingspolis is 36% ‘geactiveerd’ (wat is dat eigenlijk?).

Dat concludeert de toezichthouder op basis van gegevens die verzekeraars zelf hebben aangeleverd. En wat die oplossing dan precies is, wordt niet duidelijk. Als de verzekeraar vindt dat er een oplossing is, hoeft de klant daar nog niet hetzelfde over te denken. Welke maatstaven zijn gehanteerd bij het vinden van die oplossing? Zijn dat de zes jaar oude Wabeke-akkoorden? Is een polis die vanaf nu een euro per jaar oplevert, ook een ‘opgeloste’ polis?

De AFM vindt dat het beter moet. En terecht natuurlijk. Het moet véél beter. Want wat lezen we in het rapport nog meer? “Ten opzichte van 1 januari 2013 zijn er circa 10.000 nieuwe niet opbouwende polissen ontstaan.” Dus terwijl iedereen druk is of zou moeten zijn met dweilen, blijft de kraan stevig doordruppelen.

Het wemelt in het AFM-rapport van de advieskansen voor het intermediair. De grote verzekeraars hebben op z’n best een kleine 40% van hun klanten met een hypotheekgebonden polis ‘geactiveerd’. Er zijn er drie die nog niet eens één op de vijf klanten aan de lijn heeft gehad. Van de andere vier zitten er zeker twee in de portefeuille van het intermediair, schat ik zo.

En als de klant wel is bereikt, gebeurt er vaak niets: “De AFM vindt het opmerkelijk dat een grote groep klanten na activatie door de verzekeraar ervoor kiest om geen wijziging aan te brengen in de beleggingsverzekering.” De banken en adviesketens doen het beter: het aantal niet bereikte klanten is bij adviseurs lager dan bij verzekeraars en 17% van de klanten wil geen hersteladvies: 83% dus wel!

Maar deze getallen tonen maar een deel van de werkelijkheid: er moeten nog veel meer klanten geholpen worden, schrijft de AFM: “Uit de cijfers die door de verzekeraars zijn aangeleverd, blijkt dat in sommige gevallen verzekeraars ten onrechte hele groepen polissen buiten het activeringstraject plaatsten. Bijvoorbeeld niet opbouwende polissen met een looptijd van langer dan tien jaar.” Hup, weer een categorie klanten die onbewust om advies schreeuwt.

Echt in contact komen met je woekerpolisklant is echter wel een vak apart, blijkt maar weer: “De AFM heeft tot op heden geen structurele signalen gekregen dat de kwaliteit van advies te wensen overlaat, maar heeft wel het vermoeden dat, net als bij de verzekeraars, adviseurs nog duidelijker kunnen communiceren naar de klant.”

Tot slot zijn er nog altijd partijen die vooral zichzelf willen helpen met een hersteladviesje: “Een aantal partijen heeft de onzekerheid van klanten over hun beleggingsverzekering aangegrepen om tegen een onredelijk hoge vergoeding deze beleggingsverzekeringen over te sluiten.” Daar zijn in elk geval voortvarend kansen gegrepen…

Kortom: er zijn nog steeds massa’s mensen die heel blij zouden kunnen worden van een financieel adviseur die helpt met die woekerpolis. Zal ik de eerste twee zinnen nog eens herhalen? Acht jaar na het begin van de woekerpolisaffaire wachten nog minimaal 340.000 klanten op een oplossing. En het zijn er waarschijnlijk nog veel meer. Voor hen is voorlopig alleen het rendement opgelost.

Lees ook: Wek de houder van de woekerpolis

Lekker cyclisch

Het is altijd goed als je aflost op je hypotheek. Hoe lager de schuld, hoe beter. Maar toch komt het me voor dat de populariteit van het tussentijds aflossen vooral komt doordat consumenten bang zijn gemaakt. Want eigenlijk is dit een prima tijd om even niet af te lossen. Aflossen is zó anticyclisch.

De hypotheekrente staat op het laagste peil ooit. Lenen was nog nooit zo goedkoop. Daarnaast hebben veel consumenten nog last van de crisis: minder geld in de portemonnee en het geld dat er is, moeten we van de overheid vooral in de economie stoppen.

Waarom dan uitgerekend nu grote bedragen gaan aflossen op je hypotheek? Dat was ook tien jaar geleden al de allerbeste keuze, alleen vonden de overheid en financieel Nederland dat toen niet zo nodig. Lenen bracht toen namelijk lekker veel geld op.

Iedereen moet zelf weten wat hij doet als hij toevallig nog een flinke spaarpot heeft staan. Maar ik los niet af. Ik ben gewoon cyclisch bezig: aflossen komt wel als de economie aantrekt en ik wat meer financiële armslag heb. Eind dit jaar kan ik mijn hypotheekrente voor 20 jaar vastzetten, waarschijnlijk tegen een rente die lager is dan het tarief dat ik de laatste tien jaar heb betaald. Mijn maandlasten gaan dus een beetje omlaag.

En ja, als ik een spaarpot van een ton had, dan wist ik het ook wel. Natuurlijk vliegen je maandlasten omlaag als je daarmee je lening aflost. Maar mensen die niet zo bemiddeld zijn, hoeven niet te wanhopen. Dus maak ze niet bang.

Geen reclame

Klachteninstituut Kifid heeft geoordeeld dat een financieel adviseur bijna 8.000 euro moet terugbetalen aan een klant: verkeerde informatieverstrekking over de kosten van een overlijdensrisicoverzekering. En het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft een adviseur veroordeeld tot het terugbetalen van 30.000 euro aan een klant die in ‘foute’ beleggingen was gestapt. Dat is geen reclame voor de financieel adviseur. De reacties van de beroepsgroep op met name de laatste uitspraak zijn dat evenmin.

Onno van Overbeeke Financieel Advies uit Schagen kreeg de Kifid-uitspraak aan de broek. Uit de uitspraak blijkt dat Onno al had toegegeven dat zijn advies niet helemaal kloppend was geweest. In de klachtenprocedure heeft hij geen verweer gevoerd. De eisen van de consument zijn dus (vrijwel volledig) toegewezen. Ik vraag me af waarom Onno er niet met de klant zelf uit kon komen. En waarom hij zijn zegje niet heeft gedaan voorafgaande aan of tijdens de zitting bij Kifid. Zo’n zaak is vervelend voor de (vertrokken) klant, maar ook voor de (erkend hypotheek)adviseur zelf. Bovenop het te vergoeden bedrag komt de antireclame die een Kifid-uitspraak nu eenmaal is.

En in Arnhem stond een financieel adviseur voor het gerechtshof omdat hij een klant een lijfrentepolis had laten afkopen en had ‘getipt’ dat het bedrag wel eens gunstig op een Oostenrijkse ‘internetspaarrekening’ kon worden gestort: 2,5% rente per maand. Zo gezegd, zo gedaan. Alleen bleek later de som van ruim 30.000 euro foetsie. De klant gaat naar de rechtbank, die in eerste instantie geen schadevergoeding toewijst.

Maar het hof doet dat wel. De buitencontractuele zorgplicht is geschonden. Als je de uitspraak leest, dan lijkt dat zeker het geval. De adviseur stelt “dat hij door een kennis was geattendeerd op de mogelijkheid om te beleggen in een buitenlands fonds […]. Deze kennis zou in contact zijn gekomen met een Duitse zakenman, [persoon 1], die hem op deze beleggingsmogelijkheid had geattendeerd.” Dus zo gaat dat: je hoort via via wat en ‘tipt’ dan je klant. Maar je bent wel adviseur. En dan denkt de klant dat je weet wat je doet. Want hij heeft vertrouwen in jou.

Vervolgens reageert adviserend Nederland op internet. “Het lijkt of de rechter van mening is: eenmaal een adviseur betekent levenslang een adviseur”, “de financieel adviseur zit in een uitzonderingspositie” en dat soort kreten. Dat is misschien nog wel de grootste antireclame! Het zou goed zijn als financieel adviseurs zich eens wat minder gingen indekken en afzetten tegen rechters en klachteninstituten. Als je je gezond verstand laat spreken, moet je het toch eenvoudigweg eens zijn met beide uitspraken?

 

Wek de houder van de woekerpolis

We weten het inmiddels allemaal wel van die woekerpolissen. Maar niemand doet er wat aan. Dat lijkt de teneur in de recente berichten over de afwikkeling van de affaire. De klant komt niet in actie. En verzekeraars komen weg met compensatieregelingen die nog niet eens een doekje zijn voor het bloeden.

De Consumentenbond stelt dat ook verzekerden die volgens hun verzekeraar geen compensatie voor te hoge kosten of misleidende informatie zouden krijgen, toch kans maken op een vergoeding die zomaar 10.000 euro kan bedragen. NN scheepte iemand op met 270 euro als compensatie, maar de klant startte een individuele procedure en kreeg uiteindelijk 27.000 euro bijgeschreven, schrijft de bond in de Geldgids.

Nu zal er ongetwijfeld niet voor alle mensen met een beleggingspolis een compensatie van duizenden euro’s in het verschiet liggen. Maar klanten die hun spaarpot of betaalrekening flink hebben aangesproken om de polis te spekken, die maken kennelijk een hele goede kans om daar nog een substantieel deel van terug te krijgen. Door niet akkoord te gaan met wat de verzekeraar voorstelt en zelf het heft in handen te nemen, al dan niet met hulp.

Hulp is voor de meeste woekerpolishouders wel noodzakelijk. De meeste van hen laten het (en zichzelf) er maar bij zitten. Het is de plicht van de financieel adviseur om deze mensen te wijzen op de mogelijkheid om bij hun verzekeraar aan te kloppen voor een eerlijke compensatie en hulp te vragen. Of dat nu is van een gespecialiseerde ontwoekeraar of van hun eigen adviseur. Dat is van later zorg. Maar adviseur: neem je klantenbestand door en schud al die slapende woekerpolishouders wakker. Nu kan het nog! Ook al kun of wil je ze zelf misschien niet helpen, ze zullen je voor altijd dankbaar zijn.

 

 

Advies op maat is vaak integraal

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is al een tijdje bezig om financieel adviseurs duidelijk te maken dat ze niet altijd alles van hun klant hoeven te weten. Dat is voor een goed advies niet altijd nodig en het scheelt de klant geld. Maar beste consument, let op: het kan in uw belang zijn om juist wél altijd zo veel mogelijk aan uw adviseur te vertellen.

Natuurlijk hoef je voor een nieuwe autoverzekering niet meteen je hele pensioenopbouw tot in detail te bespreken. En als je over het verzekeren van je inkomen praat, laat je even buiten beschouwing of je Friese staartklok wel of niet op de inboedelpolis is meeverzekerd. Dat klinkt de meeste mensen wel logisch in de oren. Financieel adviseurs ook. Maar voor hen zijn de laatste jaren nieuwe regels gaan gelden. Was het vroeger (tot op zekere hoogte) vrijheid, blijheid, nu moet het advies altijd worden vastgelegd. De adviseur moet controleren of hij geen belangrijke zaken is vergeten. Hij wordt zelf ook gecontroleerd. En als later blijkt dat het advies niet goed was, kan hij een boete krijgen.

Advies op maat

Nu konden adviseurs altijd al op het matje worden geroepen, maar de controle op de kwaliteit van advies is zeker strenger geworden. Adviseurs zijn daarom gaan denken dat ze altijd alles aan de klant moeten vragen, anders is het advies niet goed. En dat is vaak niet het geval, zo probeert toezichthouder AFM nu duidelijk te maken onder de noemer ‘advies op maat’.  Ook om het advies betaalbaar te houden, kunnen adviseurs vaak met minder volstaan dan een complete inventarisatie van uw financiële situatie. “Vraag alleen de relevante gegevens”, zo adviseert de AFM. Voor veel zaken kun je als adviseur volstaan met aannames. Zo zullen de meeste mensen met een hypotheek van € 200.000 geen overlijdensrisicopolis sluiten met een verzekerd bedrag van € 250.000.

Leg alles op tafel

Maar juist in die aannames schuilt een probleem. Want bent u een van ‘de meeste mensen’? Of bent u juist niet ‘de gemiddelde klant’? En wanneer weet u of uw adviseur een aanname doet over uw wensen en behoeften? Zoals de adviseur nu duidelijk tegenover u moet zijn over zijn beloning en zijn advies, zo zult u ook duidelijk moeten zijn over wat u wilt. En omdat u vaak niet kunt beoordelen welke informatie wel of niet relevant is, kan het geen kwaad om zoveel mogelijk op tafel te leggen. Laat de adviseur maar werken! Daar is hij immers voor.

Duurder uit?

Meer werk voor de adviseur is een duurder advies, zult u zeggen. En dat klopt. Als u goedkoper uit wilt zijn, dan laat u de adviseur zijn aannames doen en krijgt u vast wel een passend advies. Maar waarom zou u niet uw hele financiële huishoudboekje met hem doornemen? U heeft hem toch al ingeschakeld. Al uw geldzaken in handen leggen van één deskundig vertrouwenspersoon kan u op den duur juist heel veel geld schelen. En als u openhartig bent over wat u wilt, krijgt u pas echt advies op maat.